Bewegen
audio tekst
Wist je dat mensen en veel dieren iets gemeen hebben? We hebben allemaal een ruggengraat. Dat heet: gewerveld zijn.
Het eerste leven begon in de zee. Toen dieren op het land gingen leven, kregen ze stevige botten. Sinds die tijd zijn botten bijna niet veranderd.
Een muis, een mol en een mammoet hebben ongeveer evenveel ribben, vingers en wervels. Een giraffe heeft evenveel nekwervels als een mol. Allebei hebben ze er zeven. Een vogel heeft er meer: veertien! Slangen hebben juist heel veel wervels.
Vroeger hadden slangen en walvissen poten. Bij sommige soorten zie je daar nog kleine botjes van terug.
Sommige dieren hebben iets bijzonders. Een mol lijkt zes vingers te hebben. Maar dat zesde ‘vingertje’ is een extra botje. Daarmee kan hij beter graven.
Dieren met een zware kop of een groot gewei, zoals de mammoet, hebben sterke spieren in hun nek. Die helpen om hun kop omhoog te houden.
Wil je dat zien? Kijk dan naar het skelet van de mammoet of het reuzehert in deze hal.
Wil je meer horen over bewegen? Druk dan op de knop ‘audio lang’.
Loop door naar de voorkant van de Volkswagen Kever. Daar begint het volgende verhaal!